Omdat er een nieuw zwemseizoen voor de deur staat, vonden we het een goed idee om een interview te doen met Harm Rozenga. Harm is Programma Manager Train2Compete en Masters en daarnaast KNZB OC Talentcoach, Rotterdam. Daarnaast is hij ook één van de oprichters van Blue Marlins!
Harm, kun je ons meenemen in jouw verhaal; waar komt jouw passie voor zwemmen en zwemtraining vandaan?
Het zwemmen is begonnen toen ik in 1996 als achtjarige in Dokkum ben begonnen met zwemmen. Mijn moedertaal is dus Fries (red: we beschouwen Harm dus als inwoner van Rijswijk met een migratieachtergrond). Tot mijn twintigste heb ik echt fanatiek gezwommen en ook meerdere keren op een NK gezwommen. Voor mijzelf was het zwemmen van de wisselslag favoriet (nog steeds) en ik was vooral sterk op de rugslag. Tot mijn 18e heb ik gezwommen bij zwemvereniging De Granaet in Dokkum en al jong wilde ik training geven. Samen met een vriend vroegen we als veertienjarigen al of we training mochten geven. Ik ben dat daadwerkelijk gaan doen toen ik 15 jaar was. Op mijn 18e ben ik voor de studie Technische Aardwetenschappen (m.n. voor de Mijnbouw) naar Delft gegaan en ben daar doorgegaan met zwemmen en training geven.
Wanneer kwam de omslag van fanatiek zwemmen naar fanatiek training geven?
Toen ik studeerde, kwam ik soms mijn huisgenoten tegen ‘s ochtends. Zij kwamen net thuis van een avondje in de kroeg, en ik ging op de fiets naar het zwembad. Ik kwam erachter dat mijn passie lag bij training geven en zwemmers beter laten zwemmen, daarom heb ik de keuze gemaakt om mij volledig te focussen om zwemtrainer te worden. In 2009 zijn we met 20-25 mensen een nieuwe club gestart: Racing Club. In het begin waren we op zoek naar badwater, en hebben op veel verschillende locaties, net wat voorhanden was, trainingen gedraaid. We waren te vinden in onder andere Amsterdam, Zoetermeer, Gouda en Naaldwijk.
Is de geboorte van Racing Club ook jouw geboorte als ambitieuze zwemtrainer geworden?
Zo zou je dat kunnen zeggen. Ik stond veel aan het bad en ontwikkelde mijn eigen stijl van trainen. Ik bekeek bijvoorbeeld (toen nog) veel DVD’s van Go-Swim en verkende de werkwijze in andere landen. Daarin was opvallend dat in het buitenland meer focus op hard trainen en krachtontwikkeling lag in vergelijking met Nederland. Naar mijn idee is de combinatie met de Nederlandse benadering (sterk op techniek) kansrijk om zwemmers echt sneller te laten zwemmen. Dit en de ervaring dat zwemmers die jong bij mij zijn begonnen en doorgroeien naar het zwemmen van internationale wedstrijden, zoals het EJOF (Europees Jeugd Olympisch Festival), zorgen ervoor dat mijn ambities verder groeien.
Had je de Nederlandse benadering in de trainersopleiding van de KNZB geleerd?
Nee, ik heb bewust gekozen om eerst een aantal jaren echt mijn eigen studie te doen en mijn eigen stijl als trainer te ontwikkelen. Pas na een jaar of vier heb ik ook bij de KNZB de opleiding gedaan. Dat moet natuurlijk ook wel wanneer je in Nederland op hoog niveau als trainer aan de slag wilt gaan. En die ambitie had ik en heb ik nog steeds. Ik wilde trainer van TeamNL worden en maak hier nu ook onderdeel van uit.
Is door die opleiding jouw eigen aanpak nog gewijzigd?
Altijd wel een beetje, maar de kern blijft de combinatie van techniek, hard trainen en het proces. Dat laatste is zeker zo belangrijk, en dat start met de motivatie van de zwemmer. Daar selecteren we dan ook op wanneer zwemmers bij de Elite willen meezwemmen. Wanneer je bereid bent om het volledige programma te volgen (zes keer zwemtraining per week, wekelijks landtraining, krachttraining en verplichte deelname aan kamp en competitie), dan toon je daarmee je motivatie. Want het vergt toewijding in levensstijl om dat te kunnen doen en vol te kunnen houden. Plezier behouden, de balans bewaren en doelen stellen dus.
“de kern blijft de combinatie van techniek, hard trainen en het proces”
Welke doelen stel jij voor het komende seizoen voor jezelf als trainer?
Dat zijn er wel een paar. Om te beginnen wil ik het succesvolle OC, waar we afgelopen jaar mee zijn gestart, verder professionaliseren. We gaan dus kijken naar verdere ondersteuning om het team vooruit te helpen. Daarbij moet je denken aan het uitbouwen van bijvoorbeeld fysiotherapie en de faciliteiten in en rondom het zwembad. Verder vind ik het belangrijk dat ik een programma maak waar iedereen zelf goed mee aan de slag kan gaan. Ook de masters. In de afgelopen jaren waren we een beetje zoekende hoe we de masters in Blue Marlins konden inpassen, maar sinds afgelopen jaar groeit die groep. Bijvoorbeeld ook door instroom vanuit Ragnar. Het vergt veel organisatie (en die mensen hebben we niet altijd), maar het lijkt er nu toch op dat het vorm krijgt, dus dat is alleen maar mooi voor de vereniging!
Gaan we jou ook nog zien bij de Master zwemwedstrijden?
Zoals ik nu zwem, met één keer per week zwemmen, ga ik zeker geen wedstrijden zwemmen. Ik speel ook elke week tennis en doe ook wel wat krachttraining. Maar als ik met een wedstrijd mee ga doen, dan moet ik wel minimaal drie keer per week zwemmen. Dat is ook waarom het ‘Performance’ programma bij de masters minimaal 3 trainingen betreft. Met minder maak je onvoldoende progressie. En dat is natuurlijk lastig inpassen in een drukke agenda. Maar het zit wel in mijn hoofd. Sterker nog, ik heb ook afstanden en doeltijden in mijn hoofd zitten. Dus ja, ook daar heb ik wel een sluimerende ambitie.
Misschien dat met meer vrijwilligers de tijd voor jou kan ontstaan?
Nou, ik beloof niets. Eigenlijk mogen jullie niet opschrijven dat ik voor mezelf nog ambities als zwemmer heb. De ambitie om de beste trainer van Nederland te worden is toch leidend. En dan hoop ik dat er toch altijd betere trainers blijven, zodat ik me daaraan kan optrekken.
Auteurs: Dian Kortleve en Leon Erkelens
Foto’s: Leon Erkelens